De kleine genoegens van een verloren partij

Hieronder het vervolg van mijn eerdere bericht over de partij Marcelis – Veraart, van het laatste Tata Toernooi.

Je ziet in het bovenste Partijvenster de aangeklikte zetten plus varianten. De andere zijn diagrammen.

Wat mij bezighoudt is steeds de vraag waarom verlies ik een partij, hoe leer ik anders/ beter te spelen. waarom blijf je vaak “hangen ” in uitgekauwde speel plannen/ zettenreeksen? Meestal kijk ik wel in bepaalde stellingen naar spannende/ actieve zetten. Maar  “zie” het dan niet. Dit hoorde ik van een schilder die zo mooi verwoordde ; veel mensen kunnen wel KIJKEN, maar ZIEN het niet!? Dit speelt ook in deze partij waarin zo veel moois zit. Ik ben achteraf wel tevreden dat ik het stukoffer op g3 zag. Maar bij de voortzetting waren de kansen niet aan mij besteed. Toch ligt hier de sleutel naar eventuele verbetering van speelsterkte. In feite nemen de emoties de overhand over sec kunnen kijken naar een bepaalde stelling. Mijn rating ligt rond de 1550 , maar ik zie het fenomeen ook bij hogere rating categorieën. Zowel bij 1200-1400 , 1400-1600, 1600-1800 enzovoort.

Wat blijft is bij iedere nieuwe partij de verwachting/ belofte van misschien iets kunstzinnigs wat voor je oplicht. Ik hoop dat enkel clubgenoten zich hierin kunnen herkennen en ook hun partij aan de leden willen voorleggen tot nut van het algemeen!

Tot slot nog dank voor de reacties van Hans , Bas en Frans op de beginstelling. Ik zal bij dat eerdere bericht hun varianten laten zien met korte toelichting.

 

2 gedachten over “De kleine genoegens van een verloren partij”

  1. Eerst 23. cb4: om daarna via Tf5 en dan Tbf1 te kunnen spelen?
    Zwart kan sowieso niet Loper x g7 spelen want betekent mat (na witte loper g7: en Tg7: ) via Dh8 +

  2. Interessante partij Ronald, en leuk idee om dit vaker te doen. Via de site, of misschien beter nog- live met een aantal schakers die daar behoefte aan hebben. Met een dergelijke partij ervaar ik vaak dat hoe langer ik kijk hoe meer ik ga twijfelen over bepaalde zetten die ik zou prefereren maar die weer een eigen weerlegging hebben. Gelukkig ook maar.

    Wat betreft het “thema” van de kleine genoegens denk ik dat elke schaker (en misschien nog wel meer de spelers met iets lagere rating zoals ikzelf) erg enthousiast kunnen worden van het doorzien van bepaalde verwikkelingen zoals rondom zet 18. Maar dat juist de “normale” zetten niet bijdragen aan het verbeteren van de stelling. Is bijvoorbeeld 10. Tb1 noodzakelijk? Het idee achter Tb1 kan ik wel volgen in die zin dat je anticipeert op de druk over de a1-h8 diagonaal en een oprukkende zwarte dame vleugel, je maakt daarmee Lc1 vrij om mee te spelen (is Le3 de beste plek? of is dat nog onduidelijk?) maar het is ook een reactie op de tegenstander op een moment waarbij wordt gestreden om het initiatief en ontwikkeling en ook direct wordt opgevolgd door meer initiatief van zwart hoewel dat nog allemaal in balans lijkt te zijn.

    De psychologische processen die de zetten voeden vind ik daarom nog bijna relevanter dan de zetten zelf. – Computers zijn dat overigens niet met mij eens 🙂 Toch maar weer puzzels oplossen dan.

Laat een antwoord achter aan Tom Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *