Verslag Caissa 8 – Volewijckers 3 , door Hans Akkersdijk

Ronde 3. Gespeeld op 29 november.
Tegenstander Caïssa 8
Roelof Hartplein
Als teamleider hoor ik natuurlijk veel bij mijn medespelers te kijken en in de gaten te
houden hoe het er allemaal voorstaat.
Helaas … ik had het te druk met mijn eigen partij. Mijn tegenstander was een jonge jongen
(altijd tricky) met de illustere naam Andrija Zdravkovic.
Voor de wedstrijd was er natuurlijk het bekende gezever geweest over wie dan juist wél
met zwart wilde spelen en wie ábsoluut niet. Met gelukkig altijd een paar mensen die
zeggen: “het maakt mij niets uit”.
En dan nog de sterkste spelers … die zéker niet op bord 1 willen spelen!
Gelukkig doet Tom niet moeilijk. Op 1.
Maar eerlijk is eerlijk, zelf had ik me ook een plaatsje in de luwte bedacht op bord 7.
Tot er iemand kwam die heel graag op 7 wilde spelen en ik uiteindelijk op 6 terecht kwam.
Ach bord 6. Moet kunnen.
Mijn tegenstander speelde sterk. Maar ik dwong hem tot een foutje. Won een kwaliteit. Hij
kwam echter vervaarlijk opzetten met zijn pionnen op mijn damevleugel waar ik lang had
gerokeerd.
Dat kon nog wel eens heel vervelend worden.
De jongeling bood remise aan.
Ik accepteerde.
Tijd om te kijken bij de andere borden.
We stonden er goed voor.
Maar helaas … de twee laatste partijen gingen verloren.
Gelukkig hadden Tom en Ben en Koen al gewonnen en met Piets remise werd het
uiteindelijk 4 – 4.
Op de terugweg zat ik in de tram naast de externe wedstrijdleider Ronald Marcelis.
(Sympathiek dat hij ons was komen steunen.)
Toen ik hem vertelde dat mijn tegenstander uitstekend reageerde op het Staffordgambiet
dat ik speelde vertelde hij mij dat dat hem niets verbaasde omdat mijn tegenstander
veruit de beste speler was van onze tegenstander van die avond. De enige speler met een
rating van boven de 1500, terwijl de andere tegenstanders een rating van rond de 1300 of
lager hadden.
“Hij speelt altijd op bord 6. Wist je dat niet?”, zei Ronald.
Nou nee.
Dit gaf mijn remise wat meer kleur, maar helaas de prestaties van sommige van mijn
teamgenoten wat minder.
Ach, so what!
Het was weer een leuke avond. We waren van de straat. We hebben weer wat geleerd. Het
gaat zoals het gaat.
(Geschreven op 5 december.) 